Doorgaan naar hoofdcontent

Ongemak rondom het verlies van een baby

"Het kind waarvan een vrouw zwanger is wordt als reeds geboren aangemerkt, zo dikwijls zijn belang dit vordert. Komt het dood ter wereld, dan wordt het geacht nooit te hebben bestaan." (artikel 2 van het Burgerlijk wetboek I). 
Hoewel ik goed terugkijk op het afscheid van onze in 2017 levenloos geboren zoon, ben ik mijn verbazing over het ongemak en het rigide systeemdenken van sommige instanties rondom het verlies van een baby, nog niet helemaal kwijt.

In het ziekenhuis waar David werd geboren, werd de zorg voor overledenen gedaan door een extern ingehuurde begrafenisondernemer. Wellicht om nobel streven om zorgkosten te besparen, maar hierdoor moesten we na de geboorte maar liefst 7 uur wachten op haar komst, omdat ze druk was in een ander ziekenhuis. In de tussentijd kon (of wilde) niemand David verzorgen of ons instrueren. Wel kwam er voortdurend medisch personeel langs om foto’s te maken voor het dossier en genetisch materiaal af te nemen voor onderzoek. Dat laatste overigens - in de letterlijke bewoording van de betreffende arts - 'met een soort appelboor’. 

In Nederland moet een levenloos geboren kind, ouder dan 24 weken, aangegeven worden bij de gemeente. Onlangs is de wet rondom de aangifte van een levenloos geboren kind gewijzigd, maar in de tijd dat David werd geboren gold nog de oude situatie. De akte van levenloze geboorte kwam inhoudelijk overeen met een geboorteakte en werd opgenomen in het overlijdensregister - maar niet in de Basisregistratie Personen. Voor veel ouders was dit confronterend, omdat hierdoor hun overleden kind niet lijkt te bestaan. Naast pijnlijke situaties, kan/kon dit ook financiële gevolgen hebben voor de uitkering door zorgverzekering en uitvaartverzekering.

Een dag na de geboorte van David, ging ik naar het gemeentehuis. Ik was verplicht om aangifte te doen van levenloze geboorte en daarbij verlof tot begraven te vragen. Bij de ingang van het gemeentehuis stond een nummertjesautomaat, waarop ik moest aangeven waarvoor ik kwam. De optie van levenloze geboorte stond er niet bij; ik moest kiezen tussen aangifte van geboorte óf aangifte van overlijden. Een behulpzame servicemedewerker zag mij twijfelen en schoot te hulp. Nadat ik mijn situatie had uitgelegd, koos zij - eveneens vertwijfeld - voor de optie aangifte van geboorte. Voorzien van een nummertje liep ik door naar de wachtruimte.
     Eenmaal aan de beurt, werd ik ontvangen door een enthousiaste ambtenaar die veronderstelde weer een nieuwe wereldburger bij te kunnen schrijven. Nadat ik haar hartelijke felicitatie in ontvangst had genomen, vertelde ik dat het een levenloze geboorte betrof en ik dus óók een verlof voor begraven nodig had. De gevraagde documenten kreeg ik mee - voorzien van een feestelijk papier met daarop ‘Welkom Goudse jongen!’. Ongetwijfeld goed bedoeld, maar ook dit vond ik toch een een beetje ongemakkelijk...

Ook de uitvaartbranche kan er wat van kan. Rondom het afscheid en de begrafenis wilden wij graag zoveel mogelijk zelf doen. In mijn voorbereiding op het onvermijdelijke, belde ik daarom al ruim voor het overlijden en de geboorte met de plaatselijke begraafplaats. Nadat ik de situatie had uitgelegd, kreeg ik resoluut te horen dat David alleen kon worden begraven wanneer hij werd aangemeld door een uitvaartondernemer (die uiteraard tegen betaling kon worden geleverd). Zonder tussenkomst van een uitvaartondernemer kon er beslist niet begraven worden.
     Wij kregen de kriebels van het idee dat we met een uitvaartondernemer aan de slag moesten en hadden bovendien niet de verwachting dat hij of zij iets zou toevoegen aan wat wij zelf zouden kunnen en willen doen, maar door de starre houding van de medewerker van de begraafplaats besloten wij toch maar een aantal offertes op te vragen bij verschillende uitvaartondernemers. Wij vroegen daarbij alleen om als tussenpersoon te fungeren en te helpen bij de administratieve handelingen. Dat resulteerde in een aantal offertes die nogal uiteenliepen; variërend van kosteloos tot honderden euro's. Wij besloten een kosteloze uitvaartondernemer achter de hand te houden.

David werd levenloos geboren en nog dezelfde dag nam ik opnieuw contact op met de begraafplaats. Weer kreeg ik te horen dat ik gebruik moest maken van een uitvaartondernemer. Inmiddels had ik mij via een andere weg laten informeren over de benodigde formaliteiten, waarbij ik er ook op was gewezen dat het beroep van begrafenisondernemer een onbeschermd beroep is. Iedereen zou zich er dus in feite voor kunnen uitgeven. En zo geschiedde het dat wij uiteindelijk, weliswaar na enig aandringen en overtuigen, alsnog toestemming kregen om David zelf te komen begraven. De benodigde formulieren, waarvan het invullen weinig voorstelde, werden mij gemaild en wij maakten een afspraak om een kindergraf uit te komen zoeken.
     Op het afgesproken moment meldden wij ons op de begraafplaats. Wij gingen voor een particulier kindergraf - in de veronderstelling dat die er ook in 'babyformaat' zijn. Grafjes van dat formaat hadden wij gespot tijdens een eerdere wandeling over de begraafplaats. Bij een particulier graf koop je grafrecht voor ene bepaalde duur, dat je na afloop eventueel kunt verlengen. Hiermee wilden we voorkomen dat we op dat moment, wanneer de emoties nog hoog zaten, geen onomkeerbare beslissingen zouden hoeven nemen over de lengte van het grafrecht. Want bij een algemeen graf is het grafrecht beperkt tot maximaal 15 jaar en niet te verlengen. Daarna kan het graf geruimd worden.
     Ter plaatse werden we verrast met de boodschap dat er geen particuliere babygraven waren. Wel particuliere kindergraven, maar dan kreeg je een stuk grond 'waar ruimte was voor twee kinderen'. Wellicht handig voor als het ons nog een keer zou overkomen, werd er nog bij gezegd. In de hoop dat de feitelijke situatie minder vreemd zou zijn dan het ons in de oren klonk, wandelden wij met de servicemedewerker naar deze graven om ze te bekijken.
     Onderweg kwamen wij een medewerker van de buitendienst tegen. Hij zou het graf de volgende ochtend graven. Na een kort voorstelmoment, vroeg hij ons waar hij het gat precies moest graven: aan de bovenkant, aan de onderkant óf in het midden van het graf. Waarbij wij er wel rekening mee moesten houden dat er in geval van de laatste optie, geen tweede kind meer bij kon...     
     Bij het grafveld aanschouwden wij het enorme stuk grond waar de kleine David in begraven zou moeten worden. Tot ons oog (wederom) viel op een rij kleine babygraven links van ons; dát was precies het formaat wat wij voor ogen hadden dat voelde - zo beiden aanschouwend - toch beter. Ook al waren het algemene graven. We moesten dus ter plekke een moeilijk besluit nemen over de duur van het grafrecht en besloten last minute, en enigszins gedwongen door de beperkte mogelijkheden, te switchen naar een algemeen graf.

Eind 2017 was ik bij een symposium voor professionals, over de impact van het verlies van een baby op ouders en professionals. Een waardevol symposium. Op het symposium klonk terecht de vraag, waarom er nog steeds zoveel verlegenheid en ongemak is rondom het verlies van een baby. Eén van de sprekers wees op het verleden. Lange tijd was het simpelweg de grondhouding was van de samenleving; doodgeborenen ‘bestonden’ niet, met de beste bedoelingen werden professionals geleerd om (eigen) emoties op afstand te zetten en ouders moesten hun overleden kind zo snel mogelijk vergeten; dit zou beter voor hen zijn. Uit een onderzoek uit 1968 bleek dat er sprake was van een grote mate van verdringing onder gynaecologen. Uit interviews bleken de meeste gynaecologen zich niet of nauwelijks praktijksituaties konden herinneren waarin baby’s dood geboren waren. Terwijl die situaties zich wel degelijk hadden voorgedaan. Opvallend genoeg concludeerde het onderzoek ook, dat in bijna al deze situaties sprake was van een verstoorde relatie met de ouders. Het onderzoek liet zien dat de manier waarop ouders de dood van hun baby verwerkten, niet paste bij de manier die de (medische) omgeving in die tijd van hen verwachtten.

Gelukkig is er in de laatste decennia veel veranderd. Ik prijs mij gelukkig in een land te leven waar meer ruimte is gekomen om verdriet te uiten en afscheid op een eigen manier in te vullen. Maar ik ben er van overtuigd dat er ruimte is voor verbetering. Op het symposium werden een verschillende valkuilen voor professionals benoemd, waaronder een te grote afhankelijkheid van protocollen en het gevaar dat regels belangrijker worden dan mensen. Ik hoop dat meer aandacht voor een gevoelig thema als het verlies van een baby, bijdraagt aan meer inzicht, meer begrip en meer professionaliteit.

Komend weekend organiseert Make a Memory de 10de editie van ‘Op de pedalen’ en ik fiets mee! Op de pedalen is een sponsorfietstocht, met als doel om de uitdagende berg Mont Ventoux te beklimmen. Op de fiets naar de 1909 meter hoge top van de vermaarde ‘kale berg’; voor deelnemers een bijzondere, fysieke en misschien ook wel emotionele uitdaging.
U kunt mij, en daarmee het werk van Make a Memory, nog een duwtje in de rug geven via: http://www.opdepedalen.nl/sponsor-uw-deelnemer-sponsor-make-memory. Vergeet daarbij niet mijn naam in te vullen bij ‘Naam deelnemer’. Het opgebrachte geld komt volledig ten goede aan het primaire werk van Make a Memory.
Ook kleine bijdragen zijn heel welkom: veel kleine donaties leveren niet alleen één aanzienlijk bedrag op, maar maken ook breed gedragen waardering en erkenning zichtbaar.
Meer hierover, leest u in een eerdere blog: https://martijnriet.blogspot.com/2019/06/op-de-pedalen-2019.html

Reacties

Populaire posts van deze blog

Op de Pedalen 2019

Mij bekruipt wel eens het gevoel dat het een nieuw modeverschijnsel is; sponsoracties. Het voelt dan ook wat ongemakkelijk om er aandacht voor te vragen. Maar sponsoracties hebben ook mooie en waardevolle kanten en die hebben mij ertoe gebracht om mij in te schrijven voor Op de Pedalen 2019.

'Open je ogen!'

'Open Je Ogen!' voor mensenhandel, is een indrukwekkende fototentoonstelling van CoMensha, het landelijk Coördinatiecentrum Mensenhandel, dat deze maand in Gouda is te bewonderen.

Kerst in Korte Akkeren

In Korte Akkeren wordt dit jaar op een bijzondere manier aandacht besteed aan advent en Kerst. Gemeenteleden van de Westerkerk en verschillende bewoners en partijen in de wijk slaan de handen ineen en vieren samen het feest van het licht. Niet voor elkaar, maar mét elkaar!